Ik beken het… ik heb een zwak voor de mondharmonica… Tot tranen toe geroerd kan ik zijn als ik die melancholische klanken hoor. Bij Baantjer schoot ik vroeger al vol als ik de begintune hoorde. En dan had ik het lijk nog niet eens gezien.
Ik heb onze kinderen altijd voorgehouden: “Je bent pas volwassen als je voldoet aan drie criteria; je drinkt koffie, je eet oude kaas én je houdt van klassieke muziek”. Aan de hand daarvan moet ik vaststellen dat ze, nog, niet zover zijn. Ben ik daarin teleurgesteld?
Neen! Met name de klassieke muziek is ze nou niet bepaald met de paplepel ingegoten. Wellicht is dit het platform om, met terugwerkende kracht, dit manco op te vullen. Met als bijkomend voordeel dat de ‘post adolescenten’ onder ons er ook nog wat aan hebben.
Om jullie niet meteen in ‘het diepe’ te gooien beperk ik me tot een tweetal stukken, bewerkt door Ekseption. Scheelt me een hoop traplopen en het gesjouw van extra kaarsen. Toevalligerwijs maakte deze groep ook een sprong in de tijd met het conceptalbum Beggar Julia’s Time Trip. Het album verbeeldt de reis van een vrouw uit het jaar 900 door de tijd van toen naar het heden.
Nou, met een beetje geluk kom ik haar nog eens tegen. Rond 1600 of zo! Toen componeerde, volgens de overlevering, Tomaso Albinoni het Adiago voor orgel en strijkers. Maar wij gaan voor Ekseption! En als bonus Ekseption met Peace Planet oftewel Badinerie From Suite No 2 In B van Johann Sebastian Bach:
De originele versies kun je natuurlijk zelf downloaden. Wel eerst je broodje oude kaas wegspoelen met een slok koffie!
Na grote hits te hebben gescoord met Falco (Rock me amadeus)
en Status Quo (In the army now) besloot het succesvolle producersduo Bolland
& Bolland zich eind jaren ’90 op het serieuzere werk te richten.
Geïnspireerd door de populariteit van buitenlandse boybands als Take That bracht
het tweetal in 1995 de eerste Nederlandstalige jongensband bij elkaar.
De boyband kreeg de naam B*E*D en bestond uit drie jonge
twintigers. Ze maakten hun debuut in een TV-show van Peter Jan Rens. In die
show werd hun single ‘Voor jou (ik spring van de hoogste berg)‘ voor het eerst gepresenteerd in smakelijke
houthakkersbloesjes. Het concept bleek geslaagd: in korte tijd hadden ze vele
huilende pubermeisjes aan hun voeten liggen.
Hun grootste hit moest toen nog komen: ‘Welles (verliefd geweest)’ bereikte de Nederlandse Top 40 maar het
aantal bakvisjes bleek helaas niet voldoende om het een grote hit te laten
worden. Verder dan de twintigste plaats kwam het liedje niet. De opvolger ‘1000 jaar (ga als je weg moet gaan)‘ schopte het niet veel verder. Het bleef steken op de 30ste plaats.
Wegens uitblijvend succes werd de band opgeheven in 1999.
Maar in 2003 wilden twee van de drie heren graag een comeback maken. En hoe speel
je je beter in de kijker dan via het Nationale Songfestival? De naam B*E*D werd
tijdelijk terzijde geschoven en de twee probeerden met backing vocals van songfestivalveterane
Mandy Huijdts (Frizzle Sizzle – Alles heeft een ritme) als A-Teaze de finale te
bereiken. Helaas voor hen sneuvelden ze al in de voorronde.
In 2005 probeerden ze het nogmaals, maar dan weer als trio
onder hun oude, vertrouwde naam. De single die voor nieuw succes moest zorgen
heette ‘Meissie’. Zelf haastten ze zich te zeggen dat de comeback niet al te
serieus moest worden genomen. En daar deden ze dan ook alles voor: de songtekst
blonk nou niet bepaald uit in de spitsvondigheid (‘Meissie, je bent de nummer 1
op mijn lijssie, ik lik je af als een ijssie’) en in de clip bij het nummer
lieten zij zich – zichtbaar nét iets te oud – omringen door net iets te jonge
meiden. De gewenste comeback bleef dan ook uit.
Normaal gesproken betekende het als band je doodvonnis: een nummer coveren van Michael Jackson. De populariteit van The King of Pop was toen, en is nog steeds immens. Grote bands waagden zich er niet aan en als jij als beginnende band het in je hoofd haalde om ook maar te probéren met een bewerking van een van Zijn hits geld te verdienen, maakten de critici gehakt van je. De kans dat je het niveau wist te evenaren was namelijk nagenoeg nihil. Laat staan dat je het zou kunnen overtreffen.
Het was een vreemde gewaarwording in 1995. Ik zou toch
zweren dat ik die week ervoor al de nieuwe van Charly Lownoise & Mental
Theo had gehoord. Maar nu opeens, een week later, kondigde Top 40-presentator Erik
de Zwart wederom een nieuwe single van het happy hardcore-duo aan.
Ik pakte het Top 40-blaadje erbij. Hoe kon ik dít nou gemist
hebben? Ik, Charly & Theo-fan vanaf het moment dat hun eerste single Live
at London nét niet de Top 40 haalde, had niet opgemerkt dat er naast ‘Together in Wonderland’ nóg een single was uitgebracht? Het nummer klonk ook heel anders
dan wat ik van hen kende. Een op zijn minst vréémd begin, weinig melodie, geen
‘happy’ vocalen en een bizar einde. Klopte het überhaupt wel?
Het bleek echt te kloppen. Het vorige platenlabel van de
heren had namelijk besloten dat het ook wel een graantje wilde meepikken van het
gigantische succes dat het duo na ‘Wonderfull days‘ had. Ze vonden nog een oud
singletje en brachten dat in een remix uit.
Een remix was ook wel nodig, want de eerder uitgebrachte versie stamde uit hun early hardcore-periode en was zeker niet geschikt voor de
vaderlandse hitparades. Maar deze remix deed het niet onaardig. Een top
10-notering zat er niet in maar het nummer bereikte een verdienstelijke 14de
plaats.
The Bird was een bewerking van het rare nummer waarmee
surfband The Trashmen in 1963 een hit scoorde in de Angelsaksische landen. The
Trashmen hadden daarvoor op hun beurt weer leentje buur gespeeld bij The
Rivingtons. The Trashmen voegde twee nummers van hen samen tot ‘Surfin’ bird’.
Een nummer dat overigens ook de kickstart betekende voor de
carrière van een bekende Nederlandse komiek. Als 17-jarige bandparodist plakte
André van Duin allerlei liedjes en citaten achter elkaar om zijn act uiteindelijk
af te sluiten met… Surfin’ bird. En de rest is geschiedenis…