Tim Berg – Bromance

Het is altijd schrikken als er iemand overlijdt die jonger
is dan ik. Maar ik moet er maar aan wennen, want het zullen er steeds meer
worden. De dood van Avicii afgelopen vrijdag maakte echter wel een diepe indruk
op mij. Met een carrière die nog lang niet op zijn einde liep, stierf de Zweedse
DJ op 28-jarige leeftijd een vroegtijdige dood. Een groot verlies voor de
muziek. Met zijn overlijden verdwijnt namelijk een van de belangrijkste DJ’s van
het huidige decennium écht voorgoed van het podium.
In 2010 stond hij nog aan het begin van zijn loopbaan en leerden
wij hem kennen als Tim Berg. Hij had de single Bromance uitgebracht. Een plaatje dat precies op het juiste moment
werd gereleaset om een zomerhit te worden. En dankzij de zomerse klanken werd
het dat ook.
 
Al kwam ik dáár pas deze week achter. Want ik hoorde het plaatje
destijds maar zelden op de radio. Toen al niet meer zo fanatiek als vroeger met
het volgen van de hitlijsten, wist ik niet beter dan dat het kennelijk dus maar
weinig potten had weten te breken in de Nederlandse Top 40. Niets bleek echter
minder waar. De single kwam aan het begin van de zomer binnen, schopte het tot
een tweede plaats en verdween pas eind november uit de lijst.
En dat betekende ook nog niet het einde van het succes van
het nummer. Want op het moment dat het hier de charts verliet, gaf Bergling het
liedje een tweede leven. Hij bracht onder Seek
bromance
een vocale versie uit door het te combineren met Love U seek van de Italiaanse DJ Samuele
Sartini. Een plaat waarop Amanda Wilson de zang verzorgde. Een Britse zangeres
die wij dan weer kennen van haar successen met de Freemasons.

Seek bromance werd
óók een grote hit. Weliswaar niet meer in Nederland en België, maar wel in de
rest van Europa, waar het in verschillende landen de top 5 wist te bereiken. Het
betekende het startschot van de indrukwekkende carrière van Avicii. Een
carrière waar afgelopen vrijdag dus helaas een voortijdig einde aan kwam.

Robin S – Show me love

Ik moest er even goed over nadenken toen een aantal van mijn
vrienden het idee opvatten om op zaterdag 14 mei 2016 naar het concert van De
Toppers in de ArenA te gaan. Een deel haakte al direct af – uit principe – maar
ik niet. Ik wilde ze graag één keer hebben gezien.
Het thema paste mij ook wel: Royal Night of Disco. Niet
omdat ik mij nou zo graag in een glitterpak hijs, maar meer omdat het mij een
uitgelezen mogelijkheid leek om kennis te maken met het genre dat voor mij toch
nog wel de nodige geheimen kent. En, niet geheel onbelangrijk: namens de jaren ‘90
was onder andere Robin S uitgenodigd. Haar had ik al eerder mogen bewonderen
tijdens een 90’s party en toen had ze indruk gemaakt.
Er was echter wel één dingetje. Mijn vriendin was drie weken
later uitgerekend van ons eerste kindje dus het kón maar zo zijn dat ik die
avond voor het eerst vader zou worden. Oké… de kans was niet heel groot maar
toch… Uiteindelijk besloten wij: het werd tóch Amsterdam! Al bleef zij thuis.
Ik heb van De Toppers genoten. Het werd één groot feest en
ook het optreden van Robin S was sterk. Zij liet opnieuw zien dat zij op haar
54ste nog net zo goed kon zingen als in 1993. Wat een stem! Een stem die mij
bij haar debuutsingle Show me love nooit
zo was opgevallen. In mijn persoonlijke hitlijstje scoorde ze destijds maar
weinig punten met dat nummer en ook in de échte Top 40 was het geen hoogvlieger.
De opvolger Luv 4 luv deed
het wat dat betreft beter. Waar het in de officiële charts de vierde plaats
bereikte stootte het in Erwin’s Top 40 zelfs door tot de hoogste stek. Maar Luv 4 luv horen we nooit meer, terwijl Show me love is uitgegroeid tot een
echte 90’s-klassieker die anno nu nog steeds wel eens voorbij komt en in 2008,
nota bene in de remix, alsnog een nummer één-notering wist binnen te slepen in
de Nederlandse Top 40.
En nee… het is die avond níet gebeurt. Maar de volgende dag
zat ik, nog wat slaperig van een korte nacht, met mijn vriendin wel in het
plaatselijke ziekenhuis. En de woensdag erop waren wij ouders van een dochter.

De platenkast van mijn vader – Earth & Fire

Ton van der Kley was een klasgenoot van mij in klas 2A van de St. Maarten U.L.O. in Voorburg. Een branie-achtige jongen van veertien met een vetkuif, dus fan van Elvis Presley. Op het eindejaarsfeest van school vertolkte hij, gewapend met een gitaar, een aantal nummers van zijn grote held, wat hij zeker niet onverdienstelijk deed. Lees verder

Roger Sanchez – Another chance

Toen wij op Mysteryland 1997 rondliepen, ontdekten wij naast
de Thunderdome-stage en de Tunnel of Terror ook een tent met loungemuziek. Het
was een oase van rust: je stond er niet aan één stuk door keihard te knallen, zij
aan zij met bezwete gabbers met ontbloot bovenlijf, maar kon gewoon lekker
zitten, ruimte om je heen, drankje erbij, superrelaxte muziek en héérlijk even achterover
leunen.
Het was daar waar mijn liefde voor ‘lounge’ zijn oorsprong
vond. Vanaf dat moment zochten we elk dancefeest wel een keer eventjes zo’n
tent op. Een festivalganger heeft immers ook af en toe zijn rust nodig. Midden
jaren ’90 was het echter nog behoorlijk underground en was er amper een CD van
te krijgen. Pas eind jaren ’90, begin jaren ’00 beleefde het genre haar commerciële
doorbraak.
En hoewel de experts daar met mij van mening over
verschillen – zij plaatsen het nummer steevast in de categorie ‘house’ – staat
die commerciële doorbraak bij mij synoniem aan de Top 40-hit van Roger Sanchez:
Another chance. Want vanaf dat moment
struikelde ik opeens over de lounge-verzamelaars. Met natuurlijk de CD’s uit de
Cafe del Mar-reeks als vaandeldragers. De labels hadden het genre duidelijk óók
ontdekt.
Na Georgy Porgy van
Eric Benet & Faith Evans was Another chance
overigens opnieuw een liedje waarbij ik er na de aanschaf van de
allereerste CD uit mijn ‘Oldies’-collectie achter kwam dat het origineel
afkomstig was van Toto. Voor het refrein gebruikte de Amerikaanse DJ namelijk
de eerste strofe uit I won’t hold you back. Iets dat ik ontdekte toen ik hun album Past to present 1977-1990 kocht.
Another chance
deed het erg goed in de Nederlandse Top 40. In 2001 stond het liedje er twaalf
weken in met als hoogste positie een zesde plaats. Maar het beste scoorde hij
in het Verenigd Koninkrijk, waar het plaatje zelfs een nummer één-notering wist
te veroveren.
Het zou niet de laatste keer zijn dat wij Roger Sanchez in
ons land in de hitlijst mochten begroeten. Al duurde het even voordat hij weer
een hitje scoorde. De Axwell-remix van Turn
on the music
werd in 2005 een kneiter van een clubhit die zich ook
commercieel niet onbetuigd liet: een 27ste plaats werd behaald.

Hermes House Band – I will survive (la la la)

Ik was lichtelijk teleurgesteld. Want de Hermes House Band, dát klonk veelbelovend toen ik ze in 1998 in de Tipparade zag staan. Maar toen ik de single voor het eerst hoorde bleek dat het maar weinig te maken had met ‘house’.

Ik was er echter snel overheen. De vrolijke bewerking van Gloria Gaynor’s I will survive, een klassieker die ík toen zelfs al kende, zong heerlijk weg. Hij kwam dan ook regelmatig voorbij tijdens stapavonden. Meestal zo aan het einde, wanneer het toch te complex was om de teksten nog mee te zingen.

En dat dat kennelijk in méér discotheken gebeurde, bleek wel uit de prestaties in de hitlijsten. De plaat stoomde binnen no-time op naar de eerste plaats waar het drie weken bleef staan. Ongekend succes voor de huisband van de Rotterdamse studentensociëteit Hermes.

 
Het verhaal kreeg een onverwachte internationale wending toen een Frans rugby-team het liedje ging gebruiken. En toen het Franse voetbalelftal het wereldkampioenschap in 1998 in eigen land won en spontaan het kenmerkende ‘la la la’ inzette, was de beer los.

In Frankrijk werd de single een enorme hit met als hoogste notering een tweede plaats. Ook in Duitsland brak het door. Reden voor de studentenvereniging om wat oud-leden te benaderen voor de oprichting van de Hermes House Band International. En zo waren er opeens twee bands met dezelfde naam. Alleen trad de laatste enkel en alleen in het buitenland op.

En waar de Nederlandse variant hier nog een hit had met Country roads, wist de internationale takwist zich in 2003 nog een keer in de Franse charts te spelen toen zij samen met DJ Ötzi – juist, die van Anton aus TirolLive is life van Opus in een nieuw jasje staken. 

 
Hun grootste hit blijft echter I will survive (la la la) met meer dan 2,5 miljoen verkochte exemplaren wereldwijd. Grootste hit, tot nu toe… want de huisband bestaat nog steeds.