Irene Moors & De Smurfen – No limit

Het was een bekend geluid dat ik op de radio hoorde. En dat was behoorlijk verrassend, want de wereld had de eurodance-periode afgesloten. Sterker nog: na 88 verschillende house-acts met een rapper en een zangeres was men volledig klaar met het genre. Het concept was compleet uitgemolken en werd überhaupt niet meer op de radio gedraaid. Het dance-publiek ging nu los op een nieuwe liefde: happy hardcore.

Des te vreemder was het dan ook dat ik nu de eerste tonen van No limit van 2 Unlimited hoorde. Totdat het intro bruut verstoord werd: “Hee jongens! Zullen we gaan housen?!” “Jaaaaaaahhhhh!”

De Smurfen. Anno 2018 zou je zeggen: wat een schande! Zo’n monument uit de jaren ’90 compleet verkracht door een handjevol tekenfilmfiguurtjes. Het is alsof je Bohemian Rhapsody door de Looney Tunes laat zingen. Maar de radiozenders werkten er gewoon aan mee, want in tegenstelling tot het origineel werd deze versie wél tot Alarmschijf gebombardeerd.

En ik moet eerlijk bekennen, ik vond het eigenlijk wel grappig. Heel Nederland trouwens. Het nummer stond binnen drie weken op één in de Top 40 en bleef daar zes weken staan. En, geheel in de traditie van de eurodance werd daarna ook dit concept compleet uitgemolken. Want No limit was nog maar net van de eerste plaats verdwenen of de opvolger Waarom doe jij nooit gewoon maakte al zijn opwachting in de Top 40. Maar dit werd lang niet zo’n grote hit als zijn voorganger.

Er zouden daarna nog twee platen met smurfenversies van bekende liedjes worden uitgebracht en toen werd ook de ‘smurfenhouse’ van de radio verbannen.

Hardwell & Metropole Orkest – Symphony

Éigenlijk ging ik mee voor mijn vaste festivalmaat Arjan.
Want ik ben niet per se een fan van Hardwell. Maar ja, de afgelopen jaren ging
Arjan altijd trouw mee naar de festivals waar ik hem naar meesleepte. En dat
liep nogal uiteen. Van A State of Trance
tot We love the 90’s, van Awakenings tot Ground Zero. Arjan zorgde ervoor dat ik niet alleen hoefde te gaan.
Dus dan mag je best wel eens zélf een keer uit je comfort zone stappen.

Bovendien, een dance-DJ met het Metropole Orkest: bijzonder
zou het zeker worden. En toen het nieuws binnenkwam dat dit voorlopig het
laatste optreden van Hardwell zou zijn, was ik om: hier moesten we bij zijn!
En gisteren zaten we dan in de Ziggo Dome, bovenste ring,
bovenste rij, dat wel, maar het uitzicht was prima. Oudgediende Real el Canario
trapte af met anderhalf uur house uit de beginjaren van het genre. Dát was al
fijn, maar toen Hardwell startte, werd al snel duidelijk dat dit concert niet
om de liedjes van Hardwell zelf zou gaan.
Integendeel. In de twee uur daarna kregen wij  40 jaar dancehistorie voor onze kiezen,
verdeeld over drie periodes: 1978-1998, 1998-2008 en 2008-2018. Samen met het
Metropole Orkest passeerden alle hoogtepunten uit die jaren de revue, met de
vocale ondersteuning van twee ijzersterke zangeressen en een zanger.
Het was een feest van herkenning en ik moest mezelf dwingen
om niet de hele avond met de telefoon in de lucht te staan om alles maar naar
huis mee te kunnen nemen. Robin
S – Show me love, Guru Josh – Infinity, Faithless – Insomnia, Delerium –
Silence, Zombie Nation – Kernkraft 400, Avicii – Levels…
Maar het meest geraakt werd ik wel door het tafereeltje dat
zich naast mij afspeelde. Een moeder, net iets ouder dan ik, had haar zoon
meegenomen, ik schatte hem 14, 15 jaar. En ze gingen allebei heerlijk uit hun
dak. Dát is nog eens een stukje opvoeding dacht ik. En opeens zag ik mij daar
zitten. Ouder en grijzer, maar nog steeds fit, tijdens ADE 2028, opnieuw in de
Ziggo Dome, bij ‘Five decades of dance’ van de inmiddels teruggekeerde Hardwell,
met mijn dochter, samen dansend op 50 jaar househistorie. Ik hoop dat het
ooit zover mag komen!

Grooveyard – Mary go wild

Morgen start het Amsterdam Dance Event. Onze hoofdstad staat dan bijna een week volledig in het teken van de dance. Een fenomeen dat 30 jaar geleden ons land binnenkwam, steeds groter werd ondanks alle weerstand van de gevestigde orde en uiteindelijk zou worden uitgebouwd tot de miljardenindustrie die het nu is, met een zéér prominente rol voor ons land.

Wat hád ik er graag bij willen zijn toen het genre hier voet aan de grond zette. Er werd toch een stukje muzikale historie geschreven. Maar ja, ik was amper 9 jaar toen de house hier een vlucht nam en bij ons in het oosten van het land zou het sowieso pas later haar doorbraak beleven.
Maar, heel eerlijk, al zou ik de legale leeftijd hebben bereikt en had ik in de Randstad gewoond… Op een stationnetje wachten tot we werden meegenomen naar een onbekende locatie, ergens in een verlaten loods op een afgelegen industrieterrein, voor een feestje waarvan je ‘had horen zeggen’ en waar óók nog eens de politie elk moment zou kunnen binnenvallen… Ik had er waarschijnlijk het lef niet voor gehad. 
Gelukkig kan ik me wel met terugwerkende kracht vergapen aan de avonturen uit die tijd. En dat begon ooit toen ik een klein itempje over Mary go wild van Grooveyard op de Facebook-pagina van dit blog zette. Iemand attendeerde mij erop dat er ook een boek naar vernoemd was waarin de geschiedenis van de dance, en dan met name in Nederland, uitgebreid werd beschreven. Het was het begin van mijn zoektocht naar de wortels van het genre waar ik begin jaren ’90 mijn hart aan verpandde. 

Mijn band met dance is door die verhalen van vroeger nóg sterker geworden. En dat dankzij dit liedje. Een liedje dat eerst ‘gewoon’ een van mijn favoriete housenummers was, maar voor mij inmiddels is verworden tot een anthem van mijn liefde voor deze muziek, inclusief het bijbehorende kippenvel.