Verleden keer schreef ik over de Nederlandse artiesten die in het begin van de jaren ’60 goede sier maakten met de uit het buitenland vertaalde hits. Er was echter één uitzondering en dat was een voormalige visboer. Zijn naam… Peter Koelewijn.
Hij werd geboren op 29 december 1940 als zoon van een vishandelaar. In 1953 kreeg hij zijn eerste gitaar. Niet lang daarna schreef hij cowboyliedjes in de geest van zijn muzikale helden als Guy Mitchell en Frankie Laine. Maar het muzikale kwartje viel voor hem dankzij de Amerikaanse platen die de in Eindhoven gelegerde soldaten meenamen en die in de diverse juke-boxen belandden. “Rock ’n roll moest het worden!”
Met zijn inmiddels geformeerde band Peter en zijn Rockets kreeg hij het voor elkaar dat platenmaatschappij Bovema hen voor een auditie in de studio van platenmaatschappij uitnodigden. Met wat Nederlandstalige rock’n roll nummers op zak en wat bij elkaar gescharrelde instrumenten stapten ze in de trein richting Heemstede. Onderweg in de coupé oefenden zij nog een nieuw nummer. Peter had dat enkele dagen daarvoor in elkaar geknutseld. In de studio namen zij drie liedjes op, waaronder De hele stad is gek en dol en Jenny.
Maar de banden bleven op de plank liggen. Tot ene Co de Kloet, producer van het radioprogramma Tijd voor Teenagers de liedjes hoorde. En die was aardig onder de indruk van één van de nummers! Hij liet de DJ van het programma de plaat drie keer achter elkaar draaien. Een hit was geboren.
De eerste beloning bestond uit een reiskostenvergoeding. Pa Koelewijn vond dat echter toch wat weinig en na enkele schermutselingen met de platenbonzen bereikten zij een akkoord over een nieuw contract. 2.000 gulden voor Peter en de band of een dubbeltje per single. Het leverde de band in 1960 uiteindelijk maar liefst 20.000 gulden op!
Peter Koelewijn bracht Kom van dat dak af in 1971 opnieuw uit en daarna, in 1981, in de live-uitvoering. Tot slot deed hij het in 1989 nog eens dunnetjes over als een rap-versie, samen met MC Miker G en DJ Sven.
Koelewijn bracht in de loop der jaren nog verschillende singles uit maar ging zich ook steeds meer toeleggen op het produceren van platen voor andere artiesten. En dat doet hij nog steeds, ondanks zijn vierentachtigste levensjaar.
