Ze was met 5 jaar de jongste leerling op het prestigieuze Peabody Conservatorium in Baltimore en leek voorbestemd om een gerenommeerd concertpianiste te worden. Maar op 11-jarige leeftijd werd Tori Amos er weer afgekickt. Bladmuziek lezen vond ze vreselijk en haar vrije interpretaties van grote, klassieke stukken konden op weinig waardering rekenen van de docenten daar.
Om haar talent niet te grabbel te gooien, koos ze er op 13-jarige leeftijd voor om verder te spelen in bars en hotellounges en de muziek te verzorgen op feesten en partijen in de parochie van haar vader. Een gewonnen zangwedstrijd betekende echter een nieuwe stap in haar muzikale carrière. Haar eerste single was een feit en niet veel later vormde ze een band om zich heen. Commercieel succes bleef echter uit. Daarom deed ze óók acteerwerk, bijvoorbeeld in een commercial voor Kellogg’s.
Eén en één is twee zou je zeggen. Maar met deze reclamespot legde zij níet de basis voor die ene grote hit van haar. Die inspiratie haalde ze naar eigen zeggen uit een boek over vrouwenbesnijdenis. Het feit dat er vrouwen zijn die het toejuichen dat ook andere vrouwen verminkt worden, legde zij uit als de strijd tussen ‘cornflake girls’ en ‘raisin girls’. In een box met ontbijtgranen zitten heel veel cornflakes, maar slechts weinig (veel smaakvollere) rozijnen.
Maar vóórdat zij hiermee wereldwijd in de charts stond, had zij al naam gemaakt met het album Little earthquakes. En hoewel ik Cornflake girl kan waarderen, staat op dat album mijn persoonlijke favoriet van Tori Amos: Winter. Het was haar eerste werk dat ook commercieel een succes werd: in diverse landen haalde het de hitparade. In ons land niet. Het haalde niet eens de Tipparade. Het duurde dan ook even voordat ik het herontdekte. Maar sindsdien is het wel een blijvertje in mijn playlist.
