De platenkast van mijn vader – Nina Simone – Four women

De komende tijd wil ik wat artiesten of groepen voor het
voetlicht brengen, waarvan een of meerdere nummers me hebben geraakt, of
nummers die ik gewoon mooi vind. Te beginnen met Four Women van Nina Simone.
Het lied is een verwijzing naar de slavernij. Het vertelt het verhaal van vier verschillende
Afro-Amerikaanse vrouwen. Elk van de vier personages vertegenwoordigt een
Afro-Amerikaans stereotype in de samenleving.
De eerste van de, in het lied beschreven, vier vrouwen is
“Tante Sarah”. Een sterke  veerkrachtige
persoonlijkheid die de moed heeft telkens weer op te staan, ondanks de
vernederingen die ze moet ondergaan.
De tweede vrouw is “Safronia”, een vrouw van een
gemengd ras ( mijn huid is geel) die gedwongen is te leven tussen twee
werelden. Een kind van de machtige rijke blanke die zich heeft vergrepen aan
een zwarte vrouw.
De derde vrouw is de prostituee (Sweet Thing), die ze
geworden is en die zowel door blanke als door zwarte mannen wordt geaccepteerd.
De vierde vrouw, “Peaches” is verbitterd door de
generaties voortdurende onderdrukking en het lijden van haar volk.

Ik heb gekozen voor deze uitvoering:

Hakkûhbar – Gabbertje

Natuurlijk kende ik ze ook: die kale koppen in hun Aussies met
die uitpuilende ogen. Van die types die na een nachtje doortrekken het liefst
nog even doorhakten op de afterparty in een of andere tunnelbuis. De jongens en
meisjes die bij het ochtendgloren al tandenknarsend langs je heen liepen
terwijl ze dwars door je heen keken.
Het was dit prototype gabber dat de inspiratie vormde voor
de allereerste parodie op de gabberscene: Gabbertje.
Bob Fosko, bekend van De Raggende Manne, en Ruben van der Meer, acteur en
cabaretier, waren de twee mannen achter Hakkûhbar. In hun bewerking van de
bekende tune van de TV-serie Swiebertje staken zij de draak met ‘onze’
lifestyle.
Al waren wij vergeleken met onze ‘broeders en zusters’ wel
héél saai en braaf met onze watertjes en onze Red Bulls. Geen Aussies… Geen
kale koppen… Ik had mijn haar zelfs niet eens opgeschoren. Niet dat ik het niet
wilde… Maar mijn kapper weigerde het toen ik het voorstelde: “Daar begin ik
niet aan”. En klaar was ik.
Maar toch voelde het als een dolksteek: ‘onze’ muziek werd rechtstreeks
aangevallen. En het ergste was: de andere helft van Nederland lachte er
smakelijk om. Het kocht massaal de single. Gabbertje
bereikte daardoor de hoogste positie in de vaderlandse hitlijsten en bleef daar
drie weken staan. Het betekende het begin van het einde.
Want de gifbeker moest leeg. Na de eerste hit van Hakkûhbar
volgden de liedjes Supergabber en Gabbersaurus. En ook deze nummers
gooiden hoge ogen. En en passant werden we nog van links aangevallen door Gabberwijffie
en van rechts door onze ‘eigen’ Gabber Piet. En dat deed nog wel het meeste pijn:
het boegbeeld van de gabberscene, de presentator van ons favoriete
TMF-programma ‘Hakkûh!’ bracht met Hakke & Zage ook een nummer uit dat de gabberscene volledig op de hak nam.
Met het schaamrood op de kauwende kaken verdwenen wij als
trotse gabbers langzaam naar de underground. Keihard nagelachen door de mannen
van Hakkûhbar. Maar… Karma is a bitch. Hun financiën liepen via een studio die
vóór hun grote succes al diep in de geldproblemen zat. Toen het geld opeens
binnenstroomde begonnen de oude schuldeisers zich weer massaal te melden bij
die studio. Het deed de eigenaar besluiten om dan maar te vertrekken. En hij
nam al het geld mee. De man is nog steeds spoorloos.

Poco Loco Gang – Poco loco

De zomer stroomde uit je radio als je Poco Loco van de Poco Loco Gang opzette. De lekkere beats, de
zonnige klanken en de kleurige clip maakten het tot een heerlijke zomerplaat. Het
opzwepende ritme en de aanstekelijke melodielijn zorgden er daarnaast voor dat
je het al vanaf de eerste keer mee kon zingen. Dé ingrediënten voor een
zomerhit. Het was dan ook niet gek dat het nummer de Nederlandse Top 40
bereikte.
De zomer stroomde uit je radio als je Let’s go to the party van de Poco Loco Gang opzette. De lekkere
beats, de zonnige klanken en de kleurige clip maakten het tot een heerlijke
zomerplaat. Het opzwepende ritme en de aanstekelijke melodielijn zorgden er
daarnaast voor dat je het al vanaf de eerste keer mee kon zingen. Dé
ingrediënten voor een zomerhit. Het was dan ook niet gek dat het nummer de
Nederlandse Top 40 bereikte.
De zomer stroomde uit je radio als je Tropical Paradise van de Poco Loco Gang opzette. De lekkere beats,
de zonnige klanken en de kleurige clip maakten het tot een heerlijke zomerplaat.
Het opzwepende ritme en de aanstekelijke melodielijn zorgden er daarnaast voor
dat je het al vanaf de eerste keer mee kon zingen. Dé ingrediënten voor een
zomerhit. Het was dan ook niet gek dat het nummer de Nederlandse Top 40
bereikte.
…Maar bij de vierde plaat was het effect toch wel een beetje uitgewerkt. Het
nummer Come along kwam niet verder
dan de Tipparade. De twee dj’s van de discotheek ‘Poco Loco’ uit het Belgische
Ninove vonden het allang best. Zij hadden nooit verwacht dat hun platen in die
nieuwe, tot ‘happy house’ gebombardeerde, sound zó enorm zouden aanslaan. De
zangeres en de dansers die het project een gezicht gaven waren toen overigens al
lang gestopt: het viel niet meer te combineren met hun gewone leven.

Na de vierde single werden er nog wel pogingen gedaan om in
een andere bezetting het succes nieuw leven in te blazen. Maar daarvan zal
alleen de single Chirpy cheep cheep wellicht
ergens ver weg heel misschien nog een klein belletje doen rinkelen.

New Kids on the Block – Step by step

Het idee om een paar knappe jongens bij elkaar te zetten die
ook nog eens keertje én een moppie kunnen zingen én nog de nodige dancing
skills bezaten, was iets dat in de nineties een enorme vlucht nam. In dat
decennium schoten de boybands als paddenstoelen uit de grond. Maar voor de fans
die eind jaren ’80, begin jaren ’90 al huilend voor het podium van de New Kids
on the Block stonden was er natuurlijk maar één band.
Het vijftal stond al in 1984 voor het eerst op de planken. Toen
waren het overigens nog lang geen hartenbrekers. Het was vooral de manager die
zijn hoofd brak over hoe hij hun platen aan de man moest brengen. Het
debuutalbum faalde namelijk jammerlijk en ook de eerste single van hun tweede
album, Please don’t go girl, leek
eenzelfde lot beschoren.
Maar zoals het vaak gaat in Amerikaanse dromen werd de
weinig succesvolle plaat, vlák voordat de platenmaatschappij de vijf jochies
bij het oud vuil wilde zetten, opgepikt door een radiostation in Florida. Het
nummer schopte het tot meest aangevraagde plaat en stoomde zo door de Billboard
Hot 100 in. Vanaf dat moment ging het snel. Er volgden meer succesvolle singles
en ze waren – compleet met hippe mat – niet meer van de buis af te slaan.
Ettelijke miljoenenverkopen later brachten ze het album Step by step uit. De titelsong van het
album knalde binnen no-time naar de nummer één-positie in de Verenigde Staten. Merchandise
ging als warme broodjes over de toonbank en er kwam zelfs een heuse
NKOTB-hotline die meer dan 100.000 betaalde telefoontjes per week kreeg. Niet
voor niets dat ze in 1991 de best verdienende artiesten waren en zelfs boven
Michael Jackson en Madonna eindigden.
Het was het toppunt van hun roem. Een jaar later stak er
namelijk een schandaal de kop op met in het middelpunt hun tijdgenoot Milli Vanilli. Hij bleek zijn hits namelijk helemaal niet zelf te zingen. Een
beschuldiging, die ook aan het adres van NKOTB werd geuit. Nota bene door een
van hun oude producers. De aantijging werd uiteindelijk ingetrokken maar
ondertussen had de band schoorvoetend toegegeven dat zij weliswaar niet
playbackten, maar dat zij wel gebruik te maken van ‘backing tracks’ tijdens
live-optredens. Hun populariteit ging daarna zienderogen achteruit. En dat de
band zich steeds meer in de picture trachtte te zetten als bad ass rappers hielp ook niet echt mee.

New Kids on the Block ging in 1994 uit elkaar. De
overgebleven fans achterlatend in een diep, diep tranendal. Het bloed kroop
echter waar het niet gaan kon en na veertien jaar gingen ze in 2008, tot
vreugde van hun veelal inmiddels moederende achterban, weer gezamenlijk op
tournee. Het werd andermaal een gigantisch succes. En nog steeds zijn ze
actief. Zo waren ze afgelopen oktober nog te bewonderen op hun eigen cruise.
Dus met een beetje geluk kunt u ook dit jaar weer meevaren met de band. Houd
hun website in de gaten!

Spookrijders – Klokkenluiders

De Nederlandse hiphopscene
was in de jaren ’90 nog een beetje een treurige aangelegenheid. Vooruit, de
Amsterdamse rapgroep Osdorp Posse had nog wel wat allure en de Brabantse
Extince scoorde een aantal hits, maar het overgrote deel deed iets te veel zijn
best om op de Amerikaanse gangsta rappers te lijken. Een attitude die in het ultraveilige Nederland toch vooral op
hoongelach kon rekenen.
Want waar rappers in de Verenigde Staten de politie en
elkaar te lijf gingen met geweren, en geweld en drugs aan de orde van de dag waren,
kwam men in Nederland niet verder dan wat onvriendelijke woorden richting de
sterke arm, die dan minzaam glimlachte en vervolgens schouderophalend haar weg
vervolgde.
Daar kwam verandering in toen de hiphopband Spookrijders in
1999 optrad tijdens een buurtfeest op het Mercatorplein in Amsterdam. Tijdens de
performance van de band, die op hun eerste album nog veelvuldig rapte over
liefde, vriendschap en hun luisteraars zelfs nog waarschuwde voor te hard
rijden, ontstonden er namelijk rellen. Bij die rellen werden zeven mensen
gearresteerd en raakten vier politieagenten gewond. De Amsterdamse
politiewoordvoerder beschuldigde vervolgens de Spookrijders van het veroorzaken
van die ongeregeldheden.
Eindelijk was nederhop een beetje ‘gangsta’. Het antwoord van
de Spookrijders op deze aantijgingen volgde namelijk vrij snel met de single Klokkenluiders. In de bijbehorende
videoclip reden de artiesten verkleed als agenten rond in een politieauto
waarbij ze achtereenvolgens een arrestant mishandelden, een jonge vrouw
beroofden en het geheel afsloten met een stevige joint.
Er ontstond hierdoor zoveel ophef rond het trio dat hun
nummer prompt de vaderlandse hitlijsten enterde. Dat muziekzender TMF de clip
overdag weigerde uit te zenden stimuleerde de bekendheid van het nummer alleen nog
maar meer.
Voor de Spookrijders bleef het echter bij die ene hit. De heerlijk
bombastische opvolger Ik ben de man
haalde niet meer de Tipparade, ondanks het optreden van collega-rapper Def Rhymz in de clip. In 2003 volgde er nog één album waarna de
bandleden uit elkaar gingen om zich – heel ‘gangsta’ – te focussen op hun werk en
hun gezin.