Ze waren er altijd als ik terugkwam van school. Mijn Magic Friends van Radio 3: Sjors Fröhlich en Peter Plaisier. Alleen van hun namen werd je al blij. Maar ik kon ook vooral hun muziekkeuze waarderen.
Want in tegenstelling tot elitaire kwal Henk Westbroek die weigerde ‘mijn’ muziek te draaien of de toen al belegen Frits Spits met zijn oude meuk, waren ‘The Magic Friends’ niet vies van een houseplaatje op zijn tijd. Het cassettebandje stond dan ook altijd startklaar en veel van mijn favorieten uit de 90’s heb ik in hún radioprogramma ontdekt.
De naam van dat programma was natuurlijk al ontleend aan een housenummer: The magic friend van 2 Unlimited uit 1992. Een grote hit, maar dan wel van vóór mijn tijd. Want toen ik nog volop naar de platen van mijn vader luisterde, scoorde Nederlands meest succesvolle popband ooit, een top 5-hit met déze plaat.
Het was de vierde single van wat zou uitgroeien tot een bijzonder imposante discografie, met duizelingwekkende verkoopcijfers, talloze gouden en platina platen, nummer één-hits in diverse landen en zelfs noteringen in de Amerikaanse Billboard Hot 100.
The magic friend zal echter niet spontaan als eerste naar voren komen als je iemand vraagt om een paar hits van het illustere duo op te noemen. Behalve bij mij… omdat het bij mij voor eeuwig gekoppeld zal zijn aan het radioprogramma waar ik mijn muzikale vorming kreeg.
In de jaren 90 was ik druk bezig met het ontdekken van de ware ik. Tot 1993 luisterde ik naar Iron Maiden, Metallica, Normaal en alle classic rock. Dat kwam door mijn ouders (voornamelijk mijn vader) die mij lieten opgroeien met Pink Floyd, Dire Straits, Led Zeppelin, Golden Earring, Eagles en nog meer van dat soort fijne bands.
Maar ik wilde wat anders proberen en de 3 jaren erna begon ik te experimenteren met muziek. Ik ging via de happy hardcore (die ik overigens nog steeds wel aardig vindt) naar de echte harde house. Door wat vrienden om mij heen had ik het idee: daar moet ik óók bij. Rotterdam Terror Corps, DJ Ruffneck, DJ Paul Elstak en nog meer van dat soort acts. Ik schafte zelfs een echte Aussie aan (die nog steeds in de kast hangt ).
En ik deed écht mijn best om het mooi te vinden. Probeerde later nog wat andere stijlen in die wereld, maar echt enorm enthousiast werd ik niet. Het bleef moeilijk om iets te vinden dat ik echt leuk vond. Totdat ik in 1997 op MTV een vrouw achter een glazen raam zag. Ik dacht: “Ach, dat zal wel weer een zoetsappig plaatje worden”, maar niets was minder waar.
De energie spatte eraf en de afwisseling van langzaam naar snel deed het mij beseffen: ik heb knallende gitaren nodig! De band bleek Guano Apes te heten en wat klonk dát lekker. Open your eyes is echt geweldig en ik word er steeds weer blij van.
Ik kocht toen meteen het album Proud like a god en deed het in mijn discman. Het klonk allemáál heel goed, maar toen ik bij nummer 4 van de CD kwam was ik helemaal om. De afwisselingen en de power van Lords of the boards zijn geweldig. .
Vervolgens begon ik meer uit dit genre te ontdekken. De jaren erna kwamen er vervolgens steeds meer gitaren in mijn muziek en ging ik weer luisteren naar de bands van vóór mijn ontdektijd zoals Metallica en Pearl Jam. Maar over die bands schrijf ik wel meer in een volgend blog.
Zucht… oktober 2016 was begonnen. En het was grauw en grijs.
Ik moest nog even wennen, want met de warmste september ooit achter de rug was
het vreemd om te moeten constateren dat de klimaatbeheersing in mijn autootje opeens
warme lucht blies in plaats van koude.
Direct op deze toch wat trieste constatering hoorde ik
echter zomerse, zonnige reggae-klanken door de speakers galmen. Het waren de
tonen van het experimentele Good Swimmavan
Q Major feat. Freetown. Ik veerde op. Net wat ik nodig had!
Het nummer ging door. Een onheilspellende opbouw volgde. We
werkten duidelijk naar een hoogtepunt toe. Ik hield me schrap en zette het
volume wat hoger… maar helaas, de gehoopte climax bleef uit. Weer dat gebruikelijke
dubstep gewauwel. Het volume ging weer omlaag en ik wiste het nummer uit mijn
geheugen. Totdat… opeens was hij daar tóch… de beat. Na het tweede hoogtepunt
knalde hij er wél in. En stevig ook! Yeah! Wat een geweldig nummer!
De afkondiging leerde dat dit Believer was. Een samenwerking tussen Major Lazer en het
Nederlandse Showtek. En de jongens hadden een grote broek aangetrokken zo vertelde
de discjockey. Hun voorspelling was namelijk dat dit dé zomerhit van 2017 zou
worden! Ja ja… Het zonnige karakter was er dan wel, maar de timing kon niet héél
veel beroerder.
En ook de bijbehorende video straalde nu niet bepaald zon,
zee en strand uit. Sterker nog: het contrast kon bijna niet groter. Major Lazer
en Showtek bleken zich om veel grotere zaken te bekommeren: de ellende in
Syrië. De indrukwekkende clip is zeker de moeite van het bekijken waard. Het gaat over een jongetje dat voortdurend op de vlucht is voor het verschrikkelijke feit dat
hij al zijn dierbaren kwijt raakte bij een bombardement. Pas wanneer hij dat
vreselijke monster voorzichtig de hand reikt, is er weer iets van een sprankje
hoop.
Ik besloot in ieder geval een bijdrage te leveren door ze in
ieder geval in míjn lijstje met zomerhits te zetten. En hij kwam langs als een van onze weekendrammers. Eind oktober enterde het nummer vervolgens de Nederlandse Top 40, behaalde de 23ste plaats maar verdween na 12 weken weer uit de lijst.
Maar goed… dat was 2016. En een liedje kan áltijd terugkomen. Geduldig wachtte ik dan ook de zomer van 2017 af. Ik hoorde hem toch nog regelmatig op de radio maar de re-entry van het nummer bleef echter uit. Laat staan dat het dé zomerhit van 2017 werd. Want die titel werd zonder twijfel een prooi voor Despacitovan Luis Fonsi & Daddy Yankee.
Als je je, zoals ik, profileert als de Leo Blokhuis van de
dance uit de jaren ’90 moet je je natuurlijk wél hebben verdiept in de historie
van dat genre. Maar ja, je gaat natuurlijk geen boekwerken doorakkeren over
vage bands als Kraftwerk en onbeduidende types als Frankie Knuckles … Gelukkig
werd mij de helpende hand geboden door… Leo Blokhuis.
Vorig jaar oktober zond de NPO zijn documentaire Planet Elektro uit. Een absolute
aanrader voor iedere dance-liefhebber. Goed in elkaar gezet, interviews met
veel van de kopstukken uit het genre en ook aan de technologie-freaks is
gedacht. Wat er allemaal voorbij komt aan synthesizers, drumcomputers en ander
fijn spul zal de gemiddelde nerd watertandend achter de TV doen zitten.
En toch wrong er iets… want op een gegeven moment kwam daar
ene Gary Numan voorbij. Hij scoorde met zijn band de Tubeway Army de eerste ‘synthesizer-based’
nummer één-hit. Met Are ‘friends’
electric bereikte hij begin jaren ’80 de hoogste positie in de Engelse
hitlijst.
Het nummer kwam me zó bekend voor… Maar ik kénde de beste
man helemaal niet, en zijn band evenmin. De titel zei mij helemaal niks en ook
de tekst hielp mij geen steek verder. Zelfs toen ik de docu even pauzeerde om
het nummer nog eens even goed te beluisteren gingen bij mij nóg geen belletjes
rinkelen. Tja… daar stond ik dan, met mijn goede gedrag en mijn imago.
Pas maanden later was daar onverwacht de bevrijding. Het
nummer Freak like me van de Sugababes
kwam voorbij op Die Verrückten Stunden, mijn favoriete radiostation. En opeens
vielen álle puzzelstukjes in elkaar. Van de tekst wist ik het: die was niet
origineel. Adina Howard had er eerder een hit mee gehad. Maar de muziek was dus
óók gejat.
Dat hadden de dames slim gedaan in 2002. Gewoon twee hits
uit het verleden gepakt, er een mash-up van gemaakt en klaar… Oké, oké, ze
zongen zélf de vocalen in en vooruit, ook de sample van Are ‘friends’ electric werd niet helemáál één-op-één overgenomen
maar erg veel méér creativiteit vergde het niet. Het resultaat mocht er echter zijn:
een fijn plaatje dat in Nederland toch maar gemiddeld succes behaalde met een
23ste plaats in de Top 40. Het betekende wél de definitieve doorbraak voor de
girl-band.
Want vervolgens ging het hard. Vrijwel alle singles die ze
in de vier jaar daarna uitbrachten, behaalden de top 10 in ons land. Totdat een
van de vaste gezichten, Mutya Buena, opeens ontbrak bij de promotie van hun
single Ugly. Volgens het management
omdat zij ziek was. Niet veel later maakte zij echter bekend dat zij de band
ging verlaten. Ze ging solo. Een carrière die één hit opleverde: Real girl.
En ook Sugababes ging als een nachtkaars uit. Na het vertrek van Mutya Buena scoorden ze nog één top 10-hit. Daarna verdwenen ook zij langzaam van het podium in Nederland.
Het was in de jaren ’90 een fenomeen:
eurodance-formaties met een mannelijke rapper en een vrouwelijke zangeres. Maar
deze succesvolle formule vond zijn oorsprong in Nederland. Het allereerste duo
dat zo op de planken verscheen was Twenty 4 Seven in 1989.
Nance Coolen, die later ook naam zou maken als
presentatrice, maakte toen al deel uit van de groep. Haar mannelijke collega
was toen echter nog niet Stay-C, maar Tony Dawson-Harrison. Iemand die wíj
beter kennen als Captain Hollywood.
Dawson-Harrison was een Amerikaanse soldaat die begin jaren
‘80 gelegerd was in Duitsland. Hij kreeg In die periode kreeg hij zijn bijnaam Captain Hollywood omdat hij
in zijn vrije uurtjes zijn collega’s vermaakte met zijn streetdance-moves… in
kapiteinsuniform. Street- en breakdance was destijds weliswaar allang
gemeengoed in de Verenigde Staten maar in Europa was deze vorm van dansen nog
totaal onbekend.
Toen hij in 1983 zijn skills mocht vertonen tijdens een gastoptreden
in een veel bekeken Duits TV-programma, knalden de kijkcijfers door het dak.
Het betekende zijn doorbraak én de doorbraak van street- en breakdance in
Europa. Captain Hollywood vestigde zich na zijn dienstplicht in Duitsland, ging
aan de slag als danser en choreograaf en werkte in de jaren daarna met o.a. Kim
Wilde, Paula Abdul en Milli Vanilli.
Eind jaren ’80 richtte hij samen met producer Ruud van Rijen
Twenty 4 Seven op, maar pakte al snel zijn biezen na een conflict met diezelfde
Ruud van Rijen. Captain Hollywood ging solo en had vrijwel direct zijn eerste
hit te pakken: More and more. Het
werd een nummer één-hit in Duitsland en eindigde hoog in de Britse en
Amerikaanse hitlijsten.
Of het nu te maken had met afspraken die hij had gemaakt met
zijn voormalige werkgever of dat er een andere reden was: wij waren pas veel later
aan de beurt. De single was al meer dan een half jaar oud toen het hier de hitlijsten
binnen kwam.
Maar ook in Nederland kreeg More
and more uiteindelijk goed voet aan de grond. Met een verblijf van elf weken en als
hoogste positie een zesde plaats in de Top 40 was de debuutplaat van Captain
Hollywood Project ook hier een succes. Een mooie carrière was het gevolg met Flying highals hoogtepunt.